Je grenzen aangeven is zó belangrijk. Of dat nu bij je baas, je partner of de buurvrouw van je kapper is. Willen ze wat van je en kan (of wil) je ze dat niet geven? Dan is het aan jou om diegene daarop aan te spreken. Jij bent je eigen scheidsrechter. Jij moet jezelf beschermen. Rete spannend, maar met dit stappenplan vol oefeningen om je grenzen aan te geven + tips sta je sterk.
Inhoud van dit artikel
Je grenzen aangeven in 5 stappen (met oefeningen)
Vroeg of laat krijgt iedereen een keer te maken met iemand die over je grens gaat. Één keer is vervelend, maar kun je hebben. Gebeurt het vaker, dan komt je (mentale) gezondheid in gevaar. Het is dus zaak dat je kraakhelder bent over je grenzen en wanneer iemand ze overschrijdt. Met deze 5 stappen (inclusief oefeningen en tips om je grenzen aan te geven) word je daar een stuk beter in.
Stap 1: ontdek je grenzen
Voordat je je grenzen kunt aangeven, moet je wel weten wat je grenzen zíjn. Ja duh, denk je dan, maar hoe weet je eigenlijk wat je grenzen zijn? Dat doe je door je eigen kernwaarden te ontdekken. Wat vind jij belangrijk? Zet de dingen die jij belangrijk vindt eens – letterlijk – op een rijtje. Voor de een staat ‘liefde’ misschien pontificaal bovenaan, maar misschien vind jij ‘financiële vrijheid’ op dit moment het hoogst haalbare doel. Of wat denk je van ‘een avontuurlijk leven’ of ‘goed voor jezelf zorgen met lekker veel me-time’. Er is geen goed of fout.
Boekentip!
Stap 2: luister naar je hoofd
Je bent hier, op deze website, omdat je moeite hebt met grenzen stellen. Maar waarom vind je dat eigenlijk zo lastig? Probeer die overtuigingen en die stemmen in je achterhoofd voor jezelf eens helder te krijgen. Ben je bang om afgewezen te worden? Waarom denk je dat? Als je je bewust bent van je eigen overtuigingen, herken je die de volgende keer ook wanneer je (of iemand anders) over je grenzen dreigt te gaan.
Stap 3: luister naar je lichaam
Net als je hoofd, geeft ook je lichaam genoeg signalen die aangeven dat je bíjna je tax hebt bereikt. Aan een burn-out gaat bijvoorbeeld altijd een periode van overspannenheid, vol stress en gepieker, vooraf. Stress voel je ook aan je lichaam, bijvoorbeeld door hartkloppingen, hoofdpijn of klamme handjes. Hoe sneller je die signalen herkent, hoe eerder je kunt ingrijpen.
Het is daarom belangrijk om goed in contact te staan met je lichaam. Dat kun je trainen met mindfulness. Ik tip je een paar fijne oefeningen om goed naar je lichaam te leren luisteren en je grenzen aan te geven.
Oefening 1: 3 minuten ademruimte
Drie minuten, that’s all it takes! In drie minuten kun je jezelf goed terug naar het hier en nu brengen. De korte meditatie bestaat uit drie fases: een incheckmoment (hoe gaat het nu met je en wat zijn je gedachten, je gevoelens en je lichamelijke sensaties?), adem (volg en voel je ademhaling) en uitgebreide aandacht (breid de aandacht van je ademhaling uit naar je hele lichaam). In deze video begeleid ik je bij deze korte mindfulness oefening die helpt bij grenzen aangeven.
Oefening 2: doe iets helemaal mindful
Klinkt vaag, is heel simpel: doe iets kleins met volle aandacht. Bijvoorbeeld eten. In plaats van je tussendoortje gehaast achter je bureau naar binnen te werken, neem je daar eens goed de tijd voor. Zet daarbij al je zintuigen op scherp: wat proef, ruik, zie, voel en hoor je? Hoe voelt het in je mond? Leg dat eens aan jezelf uit. Dit helpt je om dichterbij je lichaam en uit je hoofd te komen.
Stap 4: grenzen aangeven
The moment of truth! En ja, daar moet je expliciet in zijn, want andere mensen kunnen niet ruiken wat jouw grenzen zijn. Dat moet je écht aangeven. Dus wil jij niet na zes uur ‘s avonds gebeld worden: zeg het. Is het too much voor jou om drie weekenden per maand te werken: zeg het. Wil je niet meer samenwerken met die ene collega die jou kéér op keer lastig valt: zeg het.
Hoe je dat precies doet, voor jezelf opkomen, kan best lastig zijn. Deze twee korte tips helpen je om de boodschap helder over je lippen te krijgen.
Tip 1: communiceer open in plaats van gesloten
Veel mensen geven aan dat ze geen ‘nee’ kunnen zeggen. Misschien is dat omdat je de boodschap in je hoofd meteen heel direct formuleert. Geef je je grens aan met “nee, morgen kan ik niet”, dan kan dat hard en gesloten overkomen. Dat hoeft niet altijd. Met een simpele “nee, morgen kan ik niet, maar volgende week ben ik weer beschikbaar dus stuur me gerust een agendaverzoek” komt de boodschap ook duidelijk en netjes over én geef je meteen een alternatief.
Tip 2: deel je gevoelens
Stukje communicatie van de bovenste plank: communiceer je gevoelens in plaats van de ander meteen terecht te wijzen. Zeg dus “ik heb het gevoel dat ik overweldigd word door de hoeveelheid taken op mijn lijstje” in plaats van “jij geeft me veel te veel taken”.
Boekentip!
Stap 5: terugkoppelen
Oké, maar wat als iemand dan tóch over je grenzen gaat? Dan moeten daar wel consequenties aan hangen. Geef aan dat je duidelijk bent geweest over je grenzen en dat diegene er toch overheen is gegaan. Herhaal je grens nog eens en zeg dat je het zou waarderen als diegene je grens respecteert. Je kunt er ook concretere consequenties aan hangen, als je dat wil. Ontslag nemen, naar de directie stappen of een break nemen van je partner – net wat jij passend vindt.
Grenzen aangeven = oefenen!
Grenzen stellen en nee zeggen is een kunst op zich. Dat is een behendigheid waar je je stukje bij beetje comfortabel mee moet gaan voelen. En dat kun je, dat verdien je. Door bovenstaande tips maar vaak genoeg te oefenen, zul je merken dat het steeds beter gaat. Een speciale cursus of training ‘grenzen aangeven’ kan je daar een handje bij helpen. Ook met mindfulness trainingen of coaching leer je om je eigen grenzen te ontdekken en voor jezelf op te komen. Cliché maar waar: als je nee zegt tegen een ander, zeg je ja tegen jezelf.